Toen de eerste iPhone in 2007 op de markt kwam, beschikte die over een voor die periode erg groot 3,5 inch aanraakscherm. Vandaag ligt de gemiddelde schermdiagonaal van een smartphone rond 5,2 inch, met hier en daar een uitspatting van 6 tot zelfs 7 inch. Groter lijkt dus inderdaad beter, tenminste toch wat onze smartphone betreft.
Hoe komt het dat we de voorkeur geven aan grote smartphones? Bovenstaande slide, die moest verantwoorden waarom de nieuwe Phab2 Pro van Lenovo over een schermdiagonaal van maar liefst 6,4 inch beschikt, geeft in één oogopslag het antwoord. De reden is heel simpel: we gebruiken onze telefoon al lang niet meer alleen om te bellen. Eigenlijk is telefoneren zelfs bijzaak geworden. Ongeveer 5 procent van de tijd die we op onze smartphone spenderen, gaat uit naar bellen.
De rest van de tijd gaat grotendeels uit naar zaken die heel wat voordeel halen uit een groter scherm:
- video kijken: 18%
- social media: 13%
- spelletjes spelen: 12%
- actualteit volgen: 10%
- e-books lezen: 7%
- sportwedstrijden kijken: 7%
- foto’s maken: 3%
Al deze zaken zijn een stuk aangenamer met een groot scherm, en dus worden onze smartphones steeds groter. 70 procent van de tijd komt dat goed van pas, maar 5 procent van de tijd betekent het vooral dat je er erg knullig uitziet.
The post Waarom smartphones almaar groter worden appeared first on ZDNet.be.